Yusuf Kaya

Toen Yusuf 18 jaar was, verhuisde hij naar Nederland. “Ik heb eerst in Italië en Zwitserland gewoond”, vertelt hij. Hij ging in Arnhem wonen en begon daar een bedrijf. 28 jaar geleden kwam het pand in de Dorpsstraat op zijn pad. “Zo’n bedrijf kun je niet in je eentje runnen. Ik ben de zaak samen met mijn broer Chico begonnen.” Yusuf vernoemde de zaak dus naar zijn broer. “Ik vond het gewoon een mooie naam, dus heb ik het zo genoemd.”

Moeilijk begin

Het eerste jaar was niet makkelijk, vertelt Yusuf. “Het is moeilijk om ertussen te komen in een boerendorp. Maar ik ben zelf ook een boerenkind dus ik wist hoe ik ermee om moet gaan.” Inmiddels is Chico’s uitgegroeid tot een begrip in Bakel. “Als je hier eenmaal bent geaccepteerd, kom je niet meer weg.” Maar ook buiten Bakel komen veel mensen een broodje shoarma halen bij Yusuf. “Meer dan de helft van onze gasten komt van buiten het dorp.”

Waar ligt het toch aan dat er zoveel mensen naar Chico’s komen voor een schotel, broodje of pizza? Volgens Yusuf aan twee dingen: “Gezelligheid en lekker eten. Nergens is het zo gezellig als bij ons. Ik spreek elke klant, ik ken iedereen. Als het goed is, is het goed.” En dat blijkt ook wel zo te zijn, want het blijft druk bij de shoarmazaak. En dat terwijl er de afgelopen 28 jaar niks is veranderd. “Alles is nu nog precies hetzelfde als met de opening”, zegt Yusuf. “ Waarom zou ik het veranderen?”

Lange dagen werken

Al is er wel een kleine verandering in de openingstijden. Chico’s is niet meer ‘s nachts open, maar sluit uiterlijk om 21:00 uur. “Toen ik jonger was, kon ik nog wel ‘s nachts werken, maar nu niet meer.”, legt Yusuf uit. “Het zou wel kunnen, maar dat gaat ten koste van mijn eigen leven. Nu ga ik om 21:00 uur dicht en kan ik lekker naar huis. Dan is mijn batterij leeg. De volgende ochtend begint het leven weer.”

Een lekker broodje shoarma

Na 28 jaar Chico’s is Yusuf trots op zijn zaak. “Ik ben heel dankbaar”, vertelt hij. “Ik werk puur voor mijn plezier.” Over de vraag wat zijn lievelingsgerecht op het menu is, hoeft hij niet na te denken. “Shoarma”, antwoordt hij meteen. “Als ik de kans kreeg, zou ik het elke dag eten.”

Terug