Lianne Lenssen
Als interim manager komt Lianne Lenssen pas bij een organisatie binnen op het moment dat het daar niet lekker loopt. Aan haar dan de taak om erachter te komen hoe dat komt en om ervoor te zorgen dat alles weer op rolletjes gaat lopen. Op dit moment heeft ze een opdracht bij de Zorgboog in Bakel. “Daar kan ik elke dag op m’n fiets heen, heel fijn.”
Een huis vol
Zelf woont Lianne namelijk in Milheeze, samen met haar man Ivo en één van hun kinderen Has. We zitten in de tuin aan een lange tafel en kijken uit op de weilanden. Heerlijk rustig, al is dat het bijna nooit in huis. “Er lopen hier altijd mensen binnen. Dat is ook wel heel gezellig natuurlijk. We vinden zelf ook nog dat we overal bij moeten zijn. Maar om half 10 is het hier doodstil in huis, want dan ligt iedereen te slapen.”
Om een baan als die van Lianne goed te kunnen doen, moet je natuurlijk wel veel ervaring hebben in de zorg. Daaraan geen gebrek bij Lianne. Vanaf haar zeventiende werkt Lianne in de zorg. Eerst heeft ze lange tijd met verstandelijk gehandicapten gewerkt. Dat is dan ook waar haar hart ligt. “Die wereld ken ik zo goed en vind ik zo leuk, ik vind die doelgroep heel erg gaaf.”
Van begeleider naar manager
Lianne is haar carrière begonnen als pedagogisch begeleider. “Op een gegeven moment dacht ik: als ik invloed wil hebben, dan moet ik op een plek zitten waar ik dat heb. Als begeleider heb je dat niet zoveel, dus toen heb ik een management opleiding gevolgd.” Daar is het niet bij gebleven, zo heeft ze onder andere ook nog bedrijfskunde en systemisch kijken gestudeerd. Twee dingen die ze goed toe kan passen in haar werk. “De combinatie van management en bedrijfskunde en dan het anders kijken is heel erg van waarde voor organisaties. Daar zit mijn kracht.”
Contact met cliënten
En nu werkt Lianne dus bij de Zorgboog. “Ik vind het leuk om nu weer dicht bij de afdeling te zijn en om contact met de cliënten te hebben. Dan loop ik een rondje over de afdeling en klets ik met de bewoners. Dat is mooi, want voor hen doe je het uiteindelijk toch allemaal.”