Johnny Kuijpers
Dat Johnny een boerderij heeft, is niet echt heel verrassend. Hij is namelijk ook opgegroeid op een boerderij, tussen de varkens en de koeien. “Al vanaf dat ik kon lopen, zat ik tussen de koeien”, vertelt hij. “Als klein jongetje stond ik ze al eten te geven, dat is gewoon hartstikke mooi.”
Klein begonnen
Dat hij uiteindelijk een kalverhouderij zou hebben, wist Johnny dan weer niet. “Ik ben op een paar plaatsen gaan kijken om te kijken wat ik wilde.” In 2005 kocht Johnny met z’n vrouw de boerderij waar ze nu wonen. “Ik kon wel een paar kalfjes kwijt in de oude stal die er toen nog stond. Dat kon ik mooi combineren met m’n werk.” Hij werkte toen namelijk ook nog ergens anders. “Die kalfjes kon ik ‘s ochtends verzorgen en dan ‘s avonds weer als ik terugkwam van mijn werk. Zo zijn we begonnen.”
Al snel begon het te kriebelen bij Johnny en wilde hij uitbreiden. “Je bent aan het ondernemen, je wil vooruit”, legt ‘ie uit. Hij vroeg een vergunning aan voor een nieuwe stal, die er in 2009 kwam te staan. “Ik ben gewoon blijven werken bij de baas, maar dat was wel veel.” En dus nam hij een keuze. “Ik ben nog meer uit gaan breiden zodat ik fulltime thuis kon werken.” Er kwam nog een nieuwe stal en sindsdien werkt Johnny volledig voor z’n eigen dieren.
Binding en stabiliteit
Johnny is nog altijd blij met z’n keuze om kalveren te houden. “Met kalveren heb je meer binding, vind ik. Ze zitten langer hier, namelijk zo’n vijf maanden. En het is fijn om lekker in en rondom de stal bezig te zijn, om in de buitenlucht te werken.” En achteraf gezien is dat ook een goede keuze. “Kalveren zijn heel stabiel qua prijs Het is voor ons de kunst om de dieren zo gezond mogelijk op te laten groeien.”
Een gezinsbedrijf
Johnny is niet de enige die voor z’n kalveren zorgt. Z’n vrouw Hanneke springt wel eens bij en doet ook nog eens de administratie. Verder hebben ze ook nog hulp van hun twee zoons. “Die werken gewoon mee”, vertelt Johnny. “Ze vinden het gewoon interessant, daar ben ik wel blij mee.” Het zou dus zomaar eens kunnen dat het bedrijf langer in de familie blijft. “Ja, het zou wel mooi zijn als ze het later over willen nemen.”