Frank en Anjo Verhoeven

Toen Frank en Anjo Verhoeven in 2008 hun boerderij hadden verbouwd met daar een werkplaats aan vast, was het simpel. “Toen kon ik voortaan thuis blijven", vertelt Frank. En met thuisblijven bedoelt ‘ie dan fulltime thuis werken, voor z’n eigen bedrijf. Dat had hij toen zo’n drie jaar. Daarvoor heeft Frank bijna twintig jaar voor een baas gewerkt.

Een nieuw pand

Inmiddels zijn we heel wat jaren verder. Die werkplaats aan huis, die is allang te klein. Sinds een half jaar staat er dan ook een gloednieuw pand. Een stuk groter dus, maar dat is ook wel nodig. Er worden namelijk een hele hoop land- en tuinbouwmachines, grondverzetmachines en andere machines gerepareerd in die werkplaats. Daarnaast handelen ze ook nog in die machines, is er een kantoor en zelfs een winkel waar onderdelen te koop zijn.

Frank groeide op een boerderij op. “Het machinepark hielden we zelf bij. Dan zat ik met m’n broers te sleutelen. Het is dus met de paplepel ingegoten.” En dat heeft hij op zijn beurt ook weer doorgegeven aan twee van zijn zoons, die ook in het vak zitten.

Samen een team

Maar het bedrijf runt ‘ie natuurlijk niet alleen. Het is van hem en zijn vrouw Anjo. “Ik zei vroeger altijd: ‘ik ga niet op een kantoor zitten.’ Maar ja, dat is het toch wel geworden”, lacht ze. “Maar het is fijn werken zo hoor. Ik kan m’n eigen tijd indelen, die vrijheid is heel fijn.” Al wordt er ‘s avonds ook nog vaak gewerkt. “We werken voor bedrijven die ook 24 uur per dag werken”, legt Frank uit. “Dus die kunnen altijd iets nodig hebben.” Ze zijn het dus wel gewend. “Als ik ‘s avonds om 8 uur op de bank zit, vragen ze of ik ziek ben”, lacht hij.

Zo vader, zo zoon(s)

Personeel aankomen is moeilijk, maar het maakt het toch wel een stukje makkelijker als je twee zoons hebt die hetzelfde werk doen. Remco en Michel werken allebei sinds ongeveer een anderhalf jaar bij het bedrijf van hun ouders. “Remco zit meer in de werktuigbouwkunde, terwijl Michel zich meer focust op de reparatie van machines. Zo vullen ze elkaar goed aan. Je weet natuurlijk nooit hoe het loopt, maar het zou mooi zijn als ze later het bedrijf over kunnen nemen.”