Roy van den Berkmortel

Roy van den Berkmortel is interieurbouwer én timmerman. “Ik ben begonnen als interieurbouwer,” vertelt hij. Toen hij zijn eerste huis bouwde op de Neerakker in Bakel, is hij ook de bouw ingerold. “Toen dacht ik, dit vind ik ook leuk om te doen.” Nu is hij z’n tweede huis aan het bouwen, dit keer op de Hollevoort. “Daar leer ik veel van.” Overigens is ‘ie daar ook al drie jaar mee bezig. “Ik kan niks uit handen geven en wil alles zelf doen,” zegt hij lachend.

Timmeren of interieurbouw?

Een voorkeur voor timmeren of interieurbouw heeft hij niet per se. “Dat ligt een beetje aan het weer,” lacht hij. “Als het regent, sta ik liever binnen. In de zomer vind ik bouwen heel mooi. De variatie is fijn. Dat houdt je fris en houdt het werk leuk.” Het brengt ook voordelen met zich mee. “Ik kan verder kijken omdat ik weet dat de interieurbouwer nog moet komen. Ik weet hoe het binnen gaat,
dus daar kan ik rekening mee houden.”

Al zitten er ook wel wat verschillen in de twee vakgebieden. “Bij interieurbouw moet alles tot op de millimeter kloppen. Op de bouw is dat wat minder. Collega’s zeggen wel eens dat ik niet zo nauw moet kijken.”

Grote opdrachten

Inmiddels werkt Roy al bijna acht jaar voor zichzelf. “Ik huur mezelf ongeveer de helft van de tijd uit aan andere bedrijven. Daarmee maak ik grotere opdrachten. Zo heb ik laatst het interieur van een winkel van Tommy Hilfiger gebouwd in Parijs. Ik heb laatst ook het hoofdkantoor van de McDonalds in Utrecht mogen maken, met een hele grote M van zes meter hoog.“

Andere hobby’s

Door het werk en het bouwen van zijn eigen huis, heeft Roy maar weinig tijd voor zijn hobby’s. “Ik heb wel een crossmotor, maar die staat al drie jaar stil.” Het beetje vrije tijd dat hij wél heeft, besteedt hij aan zijn drie kinderen. “De middelste zit op voetbal en heeft ook nog een crossmotortje, dat vind ik dan net zo mooi”. Het bouwen van zijn eigen huis is natuurlijk ook hobby. Uiteraard maakt hij zowel de binnen- als de buitenkant zelf. “Heel leuk om te doen, maar ik ben toch ook wel blij als het af is”.

Terug